In de (westerse) samenleving neemt technologie een steeds belangrijker plaats in. De tegenstrijdige ontwikkeling doet zich voor dat een toenemend aantal mensen steeds afhankelijker worden van deze technologieën, terwijl de kennis hierover slechts bij een selecte (kleine) groep beschikbaar is. De materiaaltechnologie vormt hierop geen uitzondering. Dit vraagt van de huidige kennisdragers dat zij hun kennis benutten om bij te dragen aan het verwezenlijken van maatschappelijke doelen.
Langzamerhand ontstaat het besef dat het voortbestaan van onze levenswijze alleen gewaarborgd kan worden wanneer de technologische ontwikkeling wordt gericht op het realiseren van een duurzame samenleving, een samenleving die zowel economisch als sociaal als vanuit milieuoogpunt houdbaar is. Dit streven wordt uitgedragen in de triple P gedachte: people, planet, profit. Voor het bereiken van duurzaamheid is derhalve het samenkomen van economische, ecologische en technologische kennis vereist. Het nieuwe sectiebestuur van de voormalige Sectie Materialen van Biologische Oorsprong is van mening dat materialen van biologische oorsprong een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan een duurzame technologische ontwikkeling. Hierbij is de productie en toepassing van deze materialen een technologische ontwikkeling op zich. De naam van de Sectie is hierbij omgezet in Biogebaseerde Materialen, dit om afstand te nemen van biofuels. Immers, om in de brandstofbehoefte van deze aarde te voorzien middels biologische bronnen is vooralsnog niet mogelijk en bovendien ethisch onverantwoord.
Het bestuur heeft zich tot doel gesteld de kennis over deze bouwstenen en hun toepassingsmogelijkheden uit te dragen. Hiertoe zullen jaarlijks themamiddagen worden georganiseerd waarin de brede betekenis van het begrip duurzaamheid telkens aan de hand van potentiële of daadwerkelijke toepassingen van verschillende materialen (van biologische oorsprong) wordt belicht. De sprekers zijn afkomstig uit kennisinstituten, de industrie en ministeries.
De themamiddagen zijn met name bedoeld voor werknemers in de industrie en MKB (vakverenigingen), beleidsambtenaren, medewerkers van adviesbureaus, kennisinstellingen en maatschappelijke belangenorganisaties, en journalisten van dag- en weekbladen. Het bestuur spreekt de wens uit dat hiermee uiteindelijk een zo breed mogelijk publiek wordt bereikt en dat dit leidt tot verspreiding van kennis en vergroting van bewustzijn op het vlak van duurzame technologische ontwikkeling.
